378 plastic eilandjes - Zeilen

2022-05-21 19:21:46 By : Ms. Sunny Zeng

Black Moon• 22 februari 2022 om 10:00

“Het lijkt wel nep, zo mooi!”, reageert iemand op onze Instagram-foto. Black Moon ligt pal voor een perfect ogend bounty-eiland: onberispelijk wit strandzand, dat zo nu en dan lichtjes overspoeld raakt door kabbelend azuurblauw water, en erachter een bosje palmbomen vanwaar je liggend in een hangmat drinkt uit een kokosnoot.

Kijkend naar de foto realiseer je gemakshalve niet hóe we daar zijn gekomen: “Hard bakboord, NU!”, roep ik naar buiten. Niels staat aan het roer terwijl ik binnen op de gedetailleerde digitale kaarten navigeer. Door de gescande kaarten in het programma Open CPN te plotten, en aan onze intern gps-kastje te koppelen, zien we Black Moon op de lapjeskaarten varen – momenteel tussen koraalriffen door: de entree van één van de 378 eilandjes. Het merendeel ervan is onbewoond. Drie ankermanoeuvres later gaan we eens kijken of de eilandjes werkelijk zo paradijselijk zijn…

Onze verwachtingen van de San Blas liggen hoog. Vaak gaat het daar al mis. Maar de verhalen, reisboeken en plaatjes beloven ons een paradijselijk verblijf. Realiserend dat het leven er remote is, bereiden we ons goed voor. Black Moon wordt volgeladen met boodschappen, water, diesel, benzine en wat cash dollars om het een en ander van de indianen te kopen. Met indianen bedoelen we het inheemse volk van de Kuna Yala Tribe. De San Blas-archipel is hun grondgebied, zowel de bewoonde als de onbewoonde eilanden, ontdekken we later. Ze leven voornamelijk van eigen grondstoffen en inmiddels ook van het toerisme. De onbewoonde eilanden blijken kostgrondjes te zijn, waar de indianen palmbomen telen. Met als gevolg dat er veel vuurplekken zijn om oude palmbladeren te verbranden. En omdat de eilandjes zo plat als een pannenkoek zijn is het er erg zompig. Oh ja, en zo onbewoond zijn ze niet; er wonen kolonies spinnen en kakkerlakken…

We waren gewaarschuwd. En toch, bij de eerste indiaan, die met een lekkende kano langszij Black Moon kwam liggen en daar zijn traditionele mola-kleedjes speciaal voor ons uitstalde, wat maar liefst een uur duurde, de kleedjes die door zijn zussen geborduurd zijn, zei hij, stuk voor stuk handmatig, waarin sommige wel wekenlang werk in zat, werden deze zonder blikken noch blozen voor slechts 20 dollar aangeprezen, en dat is de vanaf prijs, want jawel, ik had weer een exemplaar op het oog dat een maand werk kostte, waarmee de simpele rekensom op 40 dollar komt. Ik schrok ervan, want ik had het vrijwel direct gevraagd, maar Venancio wuifde mijn vraag letterlijk weg, waarmee hij wilde zeggen ´kijken kijken, dan kopen´, alsof hij wist dat ik hém anders zou wegwuiven. Dus ja, na een uur kun je nog moeilijk zeggen ´nou we denken er nog even over na´, nee deze man heeft tijd en energie in ons gestoken en nu voelden we ons verplicht om tot een aankoop over te gaan.

En hij zit daar in zijn boomstamkano met z’n blote knokige voeten in een plasje water. Er drijft een halve petfles in om zo nu en dan theatraal zeewater uit te scheppen. Dat er een dikke buitenboordmotor achter hangt wordt tijdens deze voorstelling bijna onzichtbaar. Want je wilt zo graag geloven dat het heel uniek is dat wij indianen langszij de boot hebben – wat zeer zeker erg bijzonder is – en iets met ons willen ruilen. Maar nu staan we voor een dilemma: deze indiaan wil enkel en alleen keiharde dollars. Dus ik ga in onderhandeling. Venancio kijkt beteuterd, haast beledigd, wendt zijn blik met de kenmerkende hoge jukbeenderen af en zegt resoluut “NO”. Nou, dan kopen we er maar één.

“¡Hola! ¿Mola?” De zoveelste indiaan komt langszij met soortgelijke borduursels. “No gracias”, zeg ik direct uit zelfbescherming, terwijl ik zelf handmatig onze zeilhuiken aan het naaien ben. Ook met de hand. Wanneer het peddelende vrouwtje, versierd met gekleurde kraaltjes om de enkels en polsen en een gouden ringetje door de neus, alsnog langszij komt liggen zie ik mola’s geborduurd op schoudertasjes, laptophoezen en jawel mondkapjes. Erg toeristisch, maar wel nuttiger dan het reeds gekochte lapje denk ik in mezelf… Toch bedank ik Lisa met het argument dat we al een mola hebben. “You buy more mola’s, many mola’s”, is hun standaard reactie. We hebben het geld voor andere dingen nodig, essentiële dingen, zoals eten en water… Ik geef haar twee kleinkinderen een handjevol snoepjes en zij laat haar professioneel ogend visitekaartje achter met daarop de naam: Mola Lisa.

Na bijna drie weken zijn we aardig ingeburgerd op de San Blas. Achter dat ene eiland liggen we goed beschut, die ene indiaan heeft de beste broodjes, de andere de beste groente en bij dat ene rif schieten we gegarandeerd vis of kreeft. Alleen een waterkraan hebben we nog nergens gevonden en na drie weken staat het metertje van onze tank bijna in het rood. En waar laten we ons afval eigenlijk? Het bewoonde schiereiland Rio Azucar schijnt een waterleiding en een aanlegplaats te hebben, waar ze erg trots op zijn. Vertwijfeld varen we heen en weer langs het betonnen blok dat met enig fantasievermogen als kade zou kunnen dienen. Met de bijboot ga ik op verkenning. Volgens de amigo aan wal blijken we goed te zitten, alleen is de waterleiding momenteel defect. Over twee uur belooft hij. Om de tijd te doden doen we wat bootklusjes – Niels onderhoudt de toiletpomp en ik naai nog een paar meter – want het dorpje mogen we helaas niet betreden. Als we vier uur later eindelijk aan het tanken zijn, blijkt de waterdruk alsnog te laag.

“Het is dat we al betaald hebben, anders…”, zeg ik om Niels tegemoet te komen. Als het aan hem lag waren we na de eerste poging al weggegaan, maar onze opties zijn niet heel groot. Je schijnt nog ergens de rivier op te kunnen om bergwater in kannetjes te tanken. Dat zou ons weer een dag kosten. We wachten tot het beloofde uur en krijgen dan helaas de gevreesde mañana te horen. We overnachten achter het anker in de mangrove, onzeker dat we morgenvroeg alsnog water kunnen tanken.

Nippend van onze ochtendkoffie op dek zien we het dorpje ontwaken. Het eilandje is propvol gebouwd en dankzij een generator die 24/7 aan staat is er zelfs elektriciteit. Rechts van de kade zien we een werkplaatsje voor buitenboordmotoren en erboven een waslijn met kinderkleding. Links van de kade zien we nog meer huizen gemaakt van hout en golfplaten; de hokjes op palen boven het water blijken de toiletten te zijn. Een man stapt vanuit zijn huis richting de waterlijn. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is dumpt hij de plastic zak met afval zo in zee. Hij deed niet eens moeite om het ver weg te gooien. Als we dichterbij komen zien we dat het hele eiland omlijst is met plastic.

Daar zitten we dan met twee Limburgers en twee Indianen op een onbewoond eiland aan een spontaan kerstdiner. Niels had een enorme red snapper op twintig meter diepte geschoten en we besloten deze samen met onze Limburgse cruiservrienden op een onbewoond eilandje te grillen. We parkeren onze dinghy’s naast een houten zeilkano. Twee lokale vissers zijn ons blijkbaar voor. Ze hebben een vuurtje gemaakt met daarop een pannetje yuka, een lokale groenteschotel. We vragen maar netjes of we hier ook een vuurtje mogen maken, waarop ze antwoorden dat dat niet hun probleem is.

Na een aantal dagen vissen – zonder veel resultaat – is het voor de vissers tijd om terug te keren naar hun thuiseiland. Eentje wijst naar de nog maanloze sterrenhemel boven ons. “Luna, tranquilo”, verklaart hij. Aan het einde van de fles is de vis gaar en komt de maan langzaam op. Dankbaar houden ze hun bordjes voor zich uit, waarna ze licht beschonken maar voldaan in het maanlicht naar huis zeilen.

2020 zijn dertigers Greetje Tops en Niels Eikelboom uit Nederland vertrokken met Black Moon, hun Taling 33, voor een wereldreis. Iedere drie weken ontvangt de redactie van Zeilen hun flessenpost, met daarin alle avonturen en uitdagingen.

Klik hier voor alle andere avonturen van Black Moon, en klik hieronder voor hun sociale media:

Wil je meer vertrekkersverhalen lezen? Ontdek de avonturen van Column Anna, Sailors for Sustainability en Yndeleau.

Foto’s en tekst (c) Greetje Tops en Niels Eikelboom van Sailing Black Moon

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Mijn naam, e-mail en site bewaren in deze browser voor de volgende keer wanneer ik een reactie plaats.

Havenmeester Simon: ‘Hoe meer zielen, hoe meer vreugd’

De Atlantische terugkomst: wat zijn de routes?

Ontmast op de Grote Oceaan

Teak anteak? Hallberg-Rassy stapt deels over

Zeilen is hét platform voor zeilers, door zeilers. Elke maand een tijdschrift in printversie en digitaal. Dagelijks online met het laatste zeilnieuws.